In februari verscheen een lang stuk in het magazine van The New York Times, geschreven door Lori Gottlieb, een psychotherapeut die vooral huwelijkstherapie geeft. Ze beschreef een steeds vaker voorkomend probleem in wat de sociologie ‘egalitaire huwelijken’ noemt: relaties die gebouwd zijn op gelijke machtsverhoudingen, gedeelde interesses, waarin de man én de vrouw werken, even veel geld verdienen, dezelfde huiselijke taken vervullen.
De problemen die Gottlieb tegenkomt zijn vooral seksueel van aard: uit onderzoek blijkt dat wanneer mannen huisklusjes doen die normaal worden gezien als ‘typisch vrouwelijk’ – koken, stofzuigen – de stellen anderhalf keer minder seks hebben per maand in vergelijking met stellen waarvan de man die ‘typisch mannelijke’ klusjes doet, zoals de auto repareren of het vuilnis buiten zetten. (Frappant: in huwelijken waarin mannen helemaal geen klusjes doen, vond 17,5 procent minder seks plaats.)
Egalitaire huwelijken nemen de waarden over van een goed sociaal systeem – het scheppen van consensus – en denken dat die toepasbaar zijn in de slaapkamer. Lust heeft heel andere bouwstenen, lust ontstaat als je de ander ook als seksueel object kunt zien, schreef Gottlieb, maar de mannen in haar kliniek hebben allemaal afgeleerd vrouwen überhaupt als object te mogen zien. De talloze mannen die ze sprak over hun seksuele fantasieën en het soort porno dat hen opwindt, zeggen dat ze diezelfde fantasieën niet zouden willen uitleven op hun eigen partner – zelfs als die partners daar letterlijk om zouden vragen. Het is iets dat essayiste Katie Roiphe al opmerkte in haar bundel In Praise of Messy Lives: jonge Amerikaanse schrijvers durven amper nog over seks te schrijven, ze zijn te zelfbewust, te veel met de vrouw bezig, om nog geil te durven zijn. Of zoals Marnie, een van de hoofdpersonages van de buitengewoon actuele, gelauwerde hbo-serie Girls, zegt over haar seksleven met haar vriendje: ‘He is so busy, like, respecting me, he sees right through me.’
Op de website van The New York Times was het mogelijk om te reageren op het stuk van Gottlieb, en dat deden mensen, vele honderden. De meest terugkerende opmerking: so what? Wat maakt een slap seksleven uit als je verder gelukkig bent?
Dat is een vraag die iedereen voor zichzelf moet beantwoorden. Maar het is een teken aan de wand. Het probleem dat Gottlieb aankaart over seks geldt in de bredere zin voor het feminisme: het gaat er niet om dat het sociaal wenselijk is dat een vrouw even veel seksuele partners kan hebben zonder voor ‘sletvrees’ te hoeven, nou ja, vrezen, het gaat er niet om dat een vrouw haar pasgeboren kind haar achternaam geeft en niet die van haar partner, het gaat er niet om dat je allebei niet jezelf bent om zo tot compromissen te kunnen komen, het zou niet moeten gaan om gelijkheid, maar om vrije keuze – dat de vrouw evenveel kan en mag als een man zou kunnen en mogen.
Maar zelfs dan ontkom je niet aan het gegeven dat mannen en vrouwen seks, liefde, werk, ouder worden, het krijgen van kinderen anders beleven. Ze vormen dezelfde diersoort maar zijn andere variaties, separate but equal (om een foute term te gebruiken), en wanneer je alleen op dat equal inzet en het separate ontkent, gaan andere dingen broeien. ‘In other words’, schrijft Gottlieb, ‘in an attempt to be gender-neutral, we may have become gender-neutered.’ Of: door te proberen sekse-neutraal te zijn, zijn we misschien wel seksloos geworden. De baard is vrouw geworden.
Bron: Groene
Geen opmerkingen:
Een reactie posten