donderdag 14 februari 2013
Het is troostrijk dat je lichaam zo'n pretpark is
Japin
■ „ „De liefde bepaalt uiteindelijk wie en wat het best bij je past. De vraag of ik homoseksueel ben heeft nooit voor me geleefd. Ik ben het schijnbaar, maar zo zou ik mezelf nu nooit noemen. Waarom zou een mens zich op welk vlak dan ook inperken, ergens op vastleggen? Ik deel mezelf nooit ergens bij in. Ik heb nooit in wat voor groep dan ook gepast dus ik hoefde daar ook helemaal niet over na te denken. De eerste persoon op wie ik verliefd werd, was een vrouw. Maar uiteindelijk ontmoette ik mijn grote liefde, Lex, met wie ik nu 33 jaar samen ben, de laatste 12 jaar met Ben daarbij. Wat ik in heteroseksuele relaties altijd gevoeld heb – en heteromannen met wie ik daarover heb gepraat bevestigen dit – is een soort ongelijkheid. Als man word je in een bepaalde rol gedrukt. Ik kán die wel vervullen, maar vind gelijkwaardigheid zoveel prettiger. Bij mannen onderling is die er. Althans, bij ons.”
■ „Liefde en seks hoeven niets met elkaar te maken te hebben. Het is heerlijk als het samengaat zoals bij ons, maar het zijn twee gescheiden dingen. Mannen snappen dat beter dan vrouwen. Ik heb dat altijd geweten en wat dit betreft ben ik in een geweldige tijd opgegroeid, de jaren zestig en zeventig. Met het zoeken naar een seksuele partner was ik vrij laat, maar seksualiteit ontdekte ik vroeg. Ik vond het heerlijk, een troostrijke gedachte dat je eigen lichaam zo’n pretpark is. Ik wist meteen dat je je daar als mens aan over hoort te geven. Het is een perfect communicatiemiddel. Alle barrières vallen weg. Seks is voor mij nooit een belast of ingewikkeld gebied geweest. Het is een taal die ik goed versta.”
■ „Het leven is een zoektocht naar schaamteloosheid. Er werd mij geleerd me voor alles te schamen. Voor hoe ik praatte, hoe ik eruitzag, hoe ik was. Maar op de meest uitzichtloze momenten dacht ik toch altijd: ze hebben het allemaal mis, heel verdrietig dat ze het niet in me zien, en misschien zal het wel nooit zichtbaar worden, maar ze hebben het wél mis. Ik wil terrein terugwinnen op de gêne. Zodat ik kan worden wie ik ben. Uiteindelijk hoop ik helemaal los te staan, dat ik me nergens meer iets van aantrekt. Ik kijk hoever ik gaan kan. Als ik een televisiequiz ga presenteren, ben ik als de dood voor wat men daarvan gaat vinden. Maar iets laten uit angst om wat mensen er van zullen zeggen, dat zou pas echt onverdraaglijk zijn.”
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten