‘Moet je eens ruiken.” Hammie Siebes (55), eigenaar van een seksshop aan de Warmoesstraat in Amsterdam, overhandigt een plastic vibrator: een paarse penis van ruim twintig centimeter, met een clitorisstimulator in de vorm van een konijntje.
‘Pearlescent Rabbit’, staat er op. De verpakking is aan een kant geopend.
De geur van goedkope Chinese stuiterballen.
„Dat stinkt, hè?”, zegt Siebes, „echt net alsof je een blik verf opentrekt.” Dat komt door de weekmakers, vertelt hij, de stoffen die het plastic soepel maken. „In een bierkrat mogen ze niet meer, maar in vibrators nog altijd wel.”
De Rabbit hangt in een verdekt hoekje van zijn winkel. Hij is weliswaar gewoon te koop, maar Siebes gebruikt hem liever om klanten het verschil te laten zien met zijn eigenlijke assortiment: de moderne, siliconen designvibrators.
Fluisterstil zijn die moderne mechaniekjes, hun design is Dove-achtig zacht, hun behuizing vol technologisch wonderwerk. Ze stinken niet.
Zoals mobieltjes van twintig jaar oud niet lijken op die van nu, zo evolueerde ook de vibrator. De intimiderende, geaderde plastic fallussen maakten plaats voor fijnzinnige siliconen versies: sieraden bijna, in ei- of auberginevorm.
Tarzan kreeg meisjesnamen: Lelo Liv, Womolia of Minna Ola.
Is dit slechts technische vooruitgang, of evolueerde ook ons denken over deze erotica?
Nana, zo heet de winkel van Siebes – naar een roman van Émile Zola. De seksshop zit hier al decennia. Zoals de Warmoesstraat veranderde, veranderde deze winkel ook.
Na een verbouwing in 2010 werd de zaak licht en open. De muren zijn wit. De porno-dvd’s verdwenen. Geen zweepjes of boeien meer, geen grillige jungle van fallussen, zoals je nog wel ziet in seksshops even verder op de Wallen.
Als decoratie zie je hier verse bloemen en gedroogde lampionplantjes, alsof je in de Rituals bent. Op de toonbank ligt een exemplaar van de erotische bestseller Vijftig tinten grijs, met paperclips als bladwijzer. Een zeer beperkt assortiment van designvibrators staat uitgestald op standaarden van plexiglas, met spotjes er op.
Geen zwart of rood, maar wit, veel wit. Dit lijkt geen seksshop, maar een Apple-store.
Driekwart van de klandizie hier is vrouw. Ze kijken er niet schichtig rond als ze iets kopen. Het is hier veilig. Ze kunnen hier ook de workshop ‘Design your Sexlife’ volgen, onder het genot van prosecco, in een „super relaxte sfeer”. Het zusterfiliaal, de HEAVENO7 in Utrecht, is zelfs gehuisvest in een gewone winkelstraat – toevallig tegenover een Apple-winkel.
Al jaren verkondigden vrouwenbladen het einde van het taboe op seksspeeltjes. Is de vibrator nu even alledaags als het mobieltje?
Net als bij Apple draait het bij de nieuwe generatie erotica om design. Het merk Minna bijvoorbeeld biedt intuïtieve speeltjes, met traploze bediening, fraai weggewerkt achter zachte drukkussentjes. Emotional Bliss verkoopt stimulatoren met „vrouwvriendelijke vormgeving” en Lelo heeft de SENSEMOTION™-techniek, met bewegingssensoren als in de iPhone of Wii.
Er zijn ook vibrators die je met je iPhone bestuurt, al is de hype daar al wat af.
Hoe dan ook zitten vrouwen niet te wachten op enorme fallussen, zegt Siebes. „Als er een man in de winkel komt, wil hij graag een groot ding kopen, maar dan laat ik zien wat vrouwen het meest kopen: de Lelo Liv.” Een relatief klein, aaibaar model, voor 89 euro.
De geschiedenis van de vibrator is een geschiedenis van camouflage. De eerste vibrator voor privégebruik, de Vibratile uit 1899, werd verkocht als een medisch apparaat, schrijft seksuoloog Mels van Driel in zijn studieMet de hand. Die medische vermomming zie je ook in een advertentie inThe New York Times uit 1913 voor de White Cross Electric Vibrator: hét middel tegen onder meer buikpijn, roos en reuma. Geen woord over andere toepassingen.
Ook in een canonieke Sex and the City-episode wordt nog besmuikt gesproken over de vibrator. De preutse Charlotte wil er eerst niets van weten, maar zodra ze er eentje ziet is ze op slag verliefd: „Ow, it’s so cúte! I thought it would be all scary and weird, but it isn’t! It’s pink! For girls! O, I love the little bunny…”
Dat was 1998. De Rabbit is ingehaald door de tijd en ook Etos verkoopt nu seksspeeltjes.
Maar cijfers over daadwerkelijk gebruik zijn er nauwelijks. Ja, er is een vaak geciteerde studie uit 2009, in Amerika, onder ruim tweeduizend vrouwen: de helft had wel eens een vibrator gebruikt, ooit. Ja, de Bijenkorf verkocht seksspeeltjes, maar stopte er ook weer mee. De schroom lijkt nog vitaal. Openheid is er slechts op anonieme fora. Het is geen mobieltje. Anders zag je in de krant wel advertenties voor seksspeeltjes.
Misschien is dat taboe gewoon nog even krachtig als vroeger, maar zijn slechts de camouflagetechnieken veranderd.
Kijk naar de noemer waaronder ze worden verkocht: ‘lifestyleproducten’, ‘bedroom accessories’, ‘Pleasure Objects’, ‘bijoux indiscrets’ of ‘intimiteitsproducten’ – zelden seksspeeltjes.
Het bedrijf Philips verkocht zijn sensual massagers zelfs als relationship care. Philips prees de heilzame, medisch bewezen werking ervan, bijna even omfloerst als een eeuw eerder. Ze zagen er ook niet uit als seksspeeltje, vertelde toenmalig Philips-topman Gerard Kleisterlee trots in een interview met Der Spiegel: „Je kunt ze ergens laten liggen zonder je te schamen”.
Charlotte durfde pas een vibrator te kopen, toen ze zag dat die op een schattig konijntje leek („Ow, it’s so cúte!”). Nog steeds worden moderne vibrators vermomd. Lelo verkoopt er een in de vorm van een lippenstiftdoosje. Ze zijn er ook als appel – discreet.
Eigenlijk net zoals erotica pas verkoopt als die veilig is vermomd als Vijftig tinten grijs.
„Er is nog altijd een beetje schroom”, zegt Siebes. Hij ziet niet snel gebeuren dat er ineens in alle openheid over wordt gepraat.
En waarom ook? Moet alles en plein public?
Wellicht is deze Apple-store voor sextoys – de zone waar een vrouw veilig kan winkelen – juist een bewijs van het taboe. Anders zou je wel in om het even welke supermarkt terechtkunnen.
En misschien wordt onze preutsheid wel sterker. Want hoewel het mannelijke geslachtsorgaan de afgelopen decennia hetzelfde bleef, gingen de mechaniekjes die hem proberen te imiteren juist steeds mínder op hem lijken.
De relatief realistische, geaderde fallus werd een sjiek designei. Design als versluiering.
We doen tegenwoordig tamelijk laconiek over de vibrator – zolang die maar niet te veel lijkt op datgene waar het de vervanger voor is.
Dit artikel werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op Dinsdag 8 januari 2013, pagina 6 - 7
Geen opmerkingen:
Een reactie posten