De Amerikaanse essayiste Rebecca Solnit is
niet bang om de goegemeente tegen de haren in te strijken. Ze etaleert
zichzelf zonder omhaal als feminist en neemt in haar essays met gretige
brille de onwrikbaar geachte verhoudingen tussen vrouwen en mannen op de
korrel. Soms krijgt ze de slappe lach. Zoals in het onbetaalbare Men
Explain Things To Me (2008), een wereldberoemd geworden essay. Daarin
verhaalt ze hoe een man zo van zijn eigen geklets vervuld is dat hij het
niet door heeft dat hij haar uitvoerig haar eigen boek staat na te
vertellen. Het verhaal werd wereldwijd herkend. De intussen ingeburgerde
term mansplaining voor zulke kleinerende breedsprakigheid is niet van
Solnit, maar ontsproot wel aan dit essay. Niet dat het hielp. Je hoeft
maar in een restaurant om je heen te kijken en je ziet het gebeuren: een
man die een verhaal afsteekt waar een braaf luisterende vrouw geen
speld tussen krijgt.
Solnit schrijft twinkelend en opgewekt. Om haar punt te maken, put ze
onbekommerd uit particuliere anekdotes. Behalve dat ze zo benadrukt dat
de onderwerpen die ze aansnijdt alledaags zijn en iedereen aangaan,
redt ze haar stukken op die manier van de grimmigheid. Het mooist lukte
haar dat in haar vorige bundel, The Faraway Nearby (2013), via de kist
abrikozen die ze na de dood van haar moeder thuisbezorgd krijgt. Geplukt
van de boom waar ze als kind van die moeder niet van mocht eten.
Gaandeweg het boek maakt ze ze in, geeft ze ze weg, eet ze ervan. Een
deel laat ze vergaan. Al met al is het een prachtig beeld voor de essays
in dat boek, waarmee ze cirkelt om de liefdeloosheid van haar moeder en
gaandeweg vrede krijgt met de hardvochtigheid die haar kindertijd heeft
bedorven.
In een terzijde verdedigt ze Scott Fitzgerald en zijn zinnen, ‘soepel
als zijde’, tegen Ernest Hemingway en de ‘legoblokjes’ die hij schreef
Solnit poseert graag als optimist. Maar in haar nieuwste boek, De
moeder aller vragen, zie je haar optimisme alleen als je met haar mee
tegen de klippen op wandelt. (Ook letterlijk is ze een toegewijde
wandelaar. Met Wanderlust (2000) als resultaat – een cultuurgeschiedenis
via wandelaars door de eeuwen heen).
Porno
In dit nieuwe boek draaien ál haar essays uit op een betoog over
geweld tegen vrouwen. Op porno als plezier in vrouwelijk verlies aan
eigenwaarde. Op de seksistische woorden en daden waar alle vrouwen voor
op hun hoede moeten zijn en waar ze ook nog eens de humor van moeten
inzien. Op de ‘verkrachtingscultuur’ (hoezo ‘cultuur’?) die campussen en
cafés tot mannelijk jachtterrein maakt, met vrouwen als om te leggen
wild. Op beroemde mannen die hun positie misbruiken om zich aan vrouwen
te vergrijpen en hun onbegrip voor de consequenties in de rechtszaal.
In De moeder aller vragen zoemt Solnit als een lastige vlieg om
geweld tegen vrouwen. Ze steigert ertegen dat verkrachting wordt
verkocht als een natuurwet. Ze weent om het zwijgen als geëigende
vrouwelijke overlevingsstrategie. Ze ontrafelt hoe vrouwen als vanzelf
hun mond houden over zulk geweld en hoe hun stilte de daders uit de wind
houdt.
Dit is geen boek voor de lezer met slappe knieën. Horror is het niet,
maar heftig is het wel. Solnit formuleert brutaal, scherp en fris van
de lever. Soms draaft ze door en grijpt ze inderhaast naar clichés uit
het feministische evangelie. Zo stelt ze dat moederschap leidt tot
‘minder liefde voor de rest van de wereld’. Ik ken te veel
tegenvoorbeelden. En, als ik haar mantra van wederkerigheid mag
toepassen: zou je dat ook van het vaderschap durven zeggen?
En net als de lezer moe gebeukt dreigt te worden, arriveert deze bij
het essay 80 books no woman should read. Solnit schreef het in reactie
op het tijdschrift Esquire en zijn lijst van de 80 best books every man
should read. Ze bekijkt de lijst, vol oorlogsboeken en zonder vrouwen,
en denkt er welgemoed het hare van. In een terzijde verdedigt ze Scott
Fitzgerald en zijn zinnen, ‘soepel als zijde’, tegen Ernest Hemingway en
de ‘legoblokjes’ die hij schreef.
En voort trekt ze, met een volgend essay, meanderend zoals al haar
essays meanderen. Je maakt al lezend van alles mee. Soms denk je: wat
moet dit, hoe zijn we hier in vredesnaam beland? En je leest verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten